Leeftijdsdementie in Duitsland stijgt
Dementie is wijdverspreid in Duitsland: ouderdomsdementie wordt een groot maatschappelijk probleem.
(15.09.2010) Dementie neemt toe. In de loop van de demografische veranderingen zullen miljoenen dementiepatiënten in de toekomst afhankelijk zijn van de steun van de samenleving. Een uitdaging die we volgens de experts niet aankunnen.
Wereldwijd lijden ongeveer 35 miljoen mensen aan de meest voorkomende vorm van dementie, de ziekte van Alzheimer, een ongeneeslijke ziekte waarbij eiwitafzettingen in de hersenen de overdracht van stimuli tussen de hersencellen verstoren. Als gevolg hiervan sterven de hersencellen, wordt het geheugen vernietigd en verandert de persoonlijkheid van de betrokkenen vaak fundamenteel. De symptomen zijn vergelijkbaar in de meeste dementieziekten: Beïnvloed verliezen de tijdelijke en ruimtelijke oriëntatie, worden inactief, hulpeloos en moeten 24 uur per dag worden verzorgd. Eerdere kennis gaat verloren en zelfs de herinnering aan de eigen biografie verdwijnt. In het geval van veranderingen of innovaties zijn patiënten vaak overweldigd en reageren ze soms agressief.
„Helaas is onze samenleving (...) niet goed toegerust voor de enorme omvang en dimensie van het probleem“, zei de gerenommeerde Keulen neuroloog prof. Gereon Fink. Tegen 2050 zullen volgens wetenschappers ongeveer 115 miljoen mensen met dementie wereldwijd lijden aan dementie. Een uitdaging ook voor het Duitse gezondheidssysteem. Met name volgens de experts hebben met name medicijnen en zorg nog steeds aanzienlijke tekortkomingen in de behandeling van dementiepatiënten in dit land. Dit is volgens Prof. Fink ook „op de medische school (...) nog steeds erg in de problemen.“ Corresponderende training van artsen en staf zou nuttig zijn bij de tijdige diagnose van dementie, waardoor patiënten langer fit blijven. Volgens Prof. Fink kan worden verkregen bij een vroege diagnose tot drie jaar, waarbij de patiënt later dementie wordt.
De neuroloog uit Keulen bekritiseert ook dat hij eronder zit „de medische faculteiten (...) landelijk slechts zes met een leerstoel voor geriatrie, de leer van het ouder worden“ zijn. Hij is van mening dat er meer instellingen nodig zijn, zoals het Centre for Neurodegenerative Diseases, opgericht in Bonn in 2009, om zich expliciet te richten op dementieonderzoek. Volgens prof. Fink is de financiële ondersteuning van ongeveer 90 procent door het federale ministerie van onderzoek een teken van dit, „dat de federale overheid geleidelijk de omvang van het probleem beseft.“ Immers, omdat dementie in het bijzonder ouderen treft en hun aandeel in de totale bevolking in Duitsland in de toekomst enorm zal groeien, staat volgens experts het gezondheidszorgsysteem voor een enorme uitdaging. „Als we zien hoe onze bevolkingspiramide is gestructureerd, blijkt dat we een hele reeks sociale en sociaaleconomische problemen aangaan, “ benadrukt de neuroloog Prof. Fink. Tot dusverre zijn politiek en samenleving nog niet voorbereid op een probleem van deze dimensie.
Een belangrijke bijdrage aan het omgaan met het toenemende aantal dementerenden zal ook door de neuroloog moeten worden gedaan. Prof. Fink legt dat uit „in Duitsland (...) ongeveer de helft van de dementiepatiënten thuis verzorgd door familieleden“ met aanzienlijke ondersteuning op zowel financieel als toezichthoudend niveau. Dus volgens prof. Fink „de zorgsector (...) nodig, maar we hebben niet genoeg verzorgers om voor alle mensen te zorgen.“ Dit is vaak een zware last voor familieleden, zoals Sabine Jansen van de Duitse Alzheimer's Association (DAlzG) weet hoe te melden. „Dit is zo vermoeiend voor de familie dat ze vaak zelf ziek worden,“ legt Jansen uit. Maar de zorgfaciliteiten bieden geen goed alternatief, omdat de familieleden personeel verwachten dat bekend is met de ziekte, maar dit is volgens de spreekbuis van DAlzG „Van training vaak niet gegeven“ is.
Omdat dementie tot nu toe niet te genezen is, is preventie het enige alternatief. Volgens prof. Fink zijn er al tal van „Studies (...) laten zien dat er een hoog opleidingsniveau is “ ook „een levendige mentale activiteit“ beschermt tegen dementie. Ook hebben Noorse en Britse artsen momenteel het gebruik van vitamine B bij patiënten met „mild cognitive impairment“ (MCI), een soort voorloper van de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie, met succes getest. De dagelijkse inname van vitamine B6 en B12 kan daarom de dood van de hersencellen aanzienlijk vertragen bij de genoemde risicopatiënten (tot 50 procent). Echter, de studieadviseur David Smith van de Universiteit van Oxford legde uit dat alleen het effect op lange termijn van de vitamines nog onderzocht moet worden om negatieve gevolgen uit te sluiten. Sommige vitamines zouden bij hoge doses kanker veroorzaken. Daarom waarschuwt Smith voor het inslikken van hoge doses vitamines. Een andere behandelingsaanpak van een „Amerikaanse onderzoeksgroep hoopt op het versterken van een bepaald enzym dat de afbraak van schadelijke eiwitafzettingen ondersteunt“ Prof. Fink legde uit dat veelbelovende behandelmethoden echter nog lang niet in zicht zijn. (Fp)
Lees ook:
Alzheimer: Vitamine B kan dementie voorkomen
Mannen hebben vaker last van geheugenstoornissen
Groenten en vis voor de preventie van Alzheimer
Alzheimer: is preventie mogelijk?