Depersonalisatie van adolescenten vaker aangetast

Depersonalisatie van adolescenten vaker aangetast / Gezondheid nieuws

Depersonalisatie: tieners vertonen vaker symptomen

2014/03/12

In depersonalisatie optreedt in de getroffenen, onder andere om een ​​verschuiving in zelfbeeld en ze soms een vreemd gevoel bij zichzelf. Een nieuwe studie toont aan dat jongeren vaak symptomen van deze psychische stoornis laten zien.


Zelfperceptie verschuift
Bij mensen die lijden aan depersonalisatie, verschuift de zelfperceptie vaak, raken ze hun persoonlijkheid kwijt en raken vervreemd. Beïnvloed zichzelf met formuleringen, zoals „niet hier“ zijn, of ze menen „ga naast je staan“. Onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum van de Johannes Gutenberg Universiteit Mainz hebben onlangs de studieresultaten over het onderwerp gepubliceerd in het tijdschrift „Sociale psychiatrie en psychiatrische epidemiologie“ gepubliceerd. Ze ontdekten dat adolescenten vaak symptomen van depersonalisatie vertonen.

Symptomen tijdens de adolescentie zijn niet ongewoon
Symptomen van deze aandoening zijn niet ongewoon bij adolescenten tijdens de adolescentie. Over het geheel genomen 47 procent van de ondervraagde studenten zegt te zijn geladen ten minste op sommige dagen in de afgelopen twee weken door dergelijke symptomen. De wetenschappers waren echter verrast dat twaalf procent van de ondervraagden zelfs ernstige symptomen van depersonalisatie uitsprak. De groep studenten had dus significant vaker ernstige symptomen van depersonalisatie dan de algemene bevolking waarop dit gebeurt alleen bij een frequentie van 1-2 procent. Bovendien, ongeveer 32 procent van de 12- tot 18-jarige tiener in Rijnland-Palts meldde een zeer hoge algemene psychische nood. Dit niveau van mentale stress is vergelijkbaar met dat van adolescenten die een intramurale zorg ondergaan voor geestesziekten.

Nicotine en cannabisgebruik
Zoals een nadere beschouwing van de respondenten aantrof, leden studenten die nicotine en cannabis consumeerden vaak aan depersonalisatie. Volgens Dr. Matthias Michal, adjunct-directeur van de afdeling Psychosomatische Geneeskunde en Psychotherapie, Universitair Medisch Centrum Mainz, hing sterk depersonalisatie bijzonder nauw samen met sociale angst, mannelijk geslacht, lager onderwijs kwalificatie, sterk verminderd self-efficacy en armere vaardigheden om problemen constructief op te lossen.

Er is nog veel onderzoek nodig
Hoewel depersonalisatie geen nieuw en niet zeldzaam fenomeen is, is er nog steeds weinig onderzoek naar. De wetenschappers in Mainz zien echter nog steeds veel onderzoek met het oog op de frequentie van klinisch relevante depersonalisatie. „Ten eerste zijn longitudinale onderzoeken belangrijk om te begrijpen hoe depersonalisatie zich in de loop van de tijd ontwikkelt. Aan de andere kant is er een toenemende behoefte aan klinische studies om de getroffenen beter te kunnen helpen“, zo Dr. Michal. (Ad)


Afbeelding: S. Hofschlaeger