Belastingkantoor beloont niet de eigen betaling van medische kosten
Particuliere verzekerden die zelf medische kosten betalen met als doel bij te dragen aan de terugbetaling hebben fiscale nadelen. Omdat de zelfbetaalde kosten niet kunnen worden geclaimd als belastingverminderende speciale uitgaven, zoals de Federal Finance Court (BFH) in München op woensdag 11 april 2018, besliste uitspraak (Az .: X R 3/16). Anderzijds moeten de speciale uitgaven worden verminderd door de terugbetaling van bijdragen. Particuliere verzekerden die zelf medische kosten betalen met als doel bij te dragen aan de terugbetaling hebben fiscale nadelen. (Afbeelding: Focus Pocus LTD / fotolia.com)
Veel particuliere ziektekostenverzekeraars verlenen hun verzekerde een premierestitutie als ze in een kalenderjaar geen uitkering aanvragen. Om fiscale redenen is dit echter niet altijd de moeite waard, zoals het BFH-arrest van 29 november 2017, nu gepubliceerd op.
In 2012 betaalde de eiser zelf medische kosten ten belope van 564 euro, in het jaar daarop ontving hij een vergoeding van 741 euro van zijn particuliere ziektekostenverzekering.
Voor het belastingjaar 2013 heeft de belastingdienst de terugbetaling van de belastingverminderende ziekteverzekeringbijdragen afgetrokken. Zonder succes stelde de eiser dat in ruil daarvoor zijn eigen medische kosten in aanmerking moesten worden genomen omdat zijn eigen bijdrage de oorzaak van de terugbetaling was.
Het Finanzgericht Baden-Württemberg in Stuttgart heeft de vordering afgewezen (arrest van 25 januari 2016, dossiernummer: 6 K 864/15, JurAgentur-rapport van 21 oktober 2016).
Dit wordt nu gevolgd door de BFH. Daarna zijn alleen die uitgaven aftrekbaar als bijdragen aan de ziekteverzekering ", die in verband staan met de verwerving van de verzekeringsbescherming en uiteindelijk de voorzorg dienen". Hier betaalde de verzekerde echter niet voor zijn eigen behandeling om de verzekeringsdekking te verkrijgen, maar alleen voor de terugbetaling van de bijdragen.
Indien nodig kunnen medische kosten worden aangemerkt als buitengewone uitgaven. Deze hebben echter alleen een belastingverminderend effect als een "redelijke belasting" wordt overschreden. Hun bedrag is afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen en ligt tussen één en zeven procent van het inkomen.
In het specifieke geval werd de overeenkomstige drempel niet overschreden. Een aftrek als buitengewone lasten zou daarom ook niet worden overwogen, dus de BFH.
Eerder al had de BFH besloten dat in een particuliere ziektekostenverzekering met eigen risico dit eigen aandeel niet behoort tot de speciale uitgaven (arrest van 1 juni 2016, Az .: X R 43/14, JurAgentur-bericht van 2 november 2016). mwo / fle