Vijf euro oefengeld mist het punt
Voorstel van de gezondheidseconomen: een oefenvergoeding van vijf euro per bezoek heeft niets gemeen met het eigenlijke doel om onnodige uitgaven te minimaliseren
04/13/2012
Gezondheidseconomen stellen voor om in de toekomst 5 euro oefeningskosten per arts te vragen. Hiervoor moeten de driemaandelijkse betalingen worden weggelaten. Het echte doel, echter, om onnodige bezoeken aan de dokter te voorkomen, faalde. Het enige wat u hoeft te doen, is nieuwe financieringsinstrumenten creëren voor de ziekenfondsen.
Als onderdeel van de hervorming van de gezondheidszorg is de driemaandelijkse betaling van praktijkkosten ingevoerd. Omdat Duitsland de wereldleider is in het aantal contacten met artsen wereldwijd, moet de vergoeding onnodig overleg ontmoedigen. Zoals een recente studie aantoont, is het eigenlijke doel volkomen verkeerd. Tegenwoordig begrijpen de zorgverzekeraars de praktijkkosten als een zuivere aanvullende financieringsbron en willen ze niet meer zonder. Nu zal de driemaandelijkse uitkering ten gunste van een reguliere praktijkcommissie van vijf euro per artsoverleg worden weggelaten. Toonaangevende economen van de Gesellschaft für Gesundheitökonomie voeren hiervoor campagne en ontvangen goedkeuring van de Duitse overheid.
Het voorstel als zodanig is niet nieuw. Reeds in 2002 pleitte de Unie voor een vergoeding van vijf euro per bezoek van een arts. Volgens de toenmalige discussie zouden patiënten zelf ongeveer 10 procent van de behandelingskosten moeten betalen, maar minstens vijf euro per arts betalen. In de loop van de hervorming van de gezondheidszorg 2004 is een compromis gesloten met de SPD. Het resultaat is het huidige model, waarbij contante patiënten 10 euro per kwartaal moeten betalen. Dit geldt zowel voor huisartsbezoeken als voor specialistenconsultatie, als er geen verwijzing is.
Ironisch genoeg, in tijden van miljarden overschotten in het ziekenfonds, moet de verzekerde nog meer worden gevraagd om te betalen. De betekenis wordt pas duidelijk als men bedenkt dat de toekomst er minder rooskleurig zal uitzien. Gezondheidseconomen voorspellen al een enorme toename van de uitgaven aan gezondheidszorg. Enerzijds is dit te wijten aan demografische verandering, omdat mensen in Duitsland ouder en ouder worden, wat leidt tot een toename van leeftijdsgerelateerde ziekten zoals diabetes, dementie, cardiovasculaire aandoeningen en de ziekte van Alzheimer. Aan de andere kant eisen artsen en klinieken steeds meer vergoedingen. Medische vooruitgang eist ook zijn tol, omdat de behandelingskosten steeds hoger worden als gevolg van de steeds complexere behandelmethoden.
Het gaat dus niet langer om het eigenlijke doel om onnodige doktersbezoeken te voorkomen en om de praktijkkosten als controle-element te gebruiken. De praktijkcommissie, die de zorgverzekeraars al meer dan 2,0 miljard euro per jaar in de schatkist betaalt, is een puur financieel instrument. Omdat de extra bijdragen niet voldoende zijn, moet dit de praktijkkosten zijn.
Ondertussen is gebleken dat Duitsers meestal niet vaak naar de dokter gaan. Volgens een studie van het centrale instituut voor de Kassenärztliche-voorziening in Duitsland gaat begin februari ongeveer 50 procent van alle medische behandelingen naar de rekening van 16 procent van de wettelijk verzekerde. Gemiddeld gaat elke patiënt ongeveer 17 keer per jaar naar huis of specialist. Als men de 16 procent aftrekt, blijven er slechts 4 bezoeken aan de arts per patiënt per jaar. Het doel lijkt dus prikkels te bieden door extra betalingen om onnodige geldvoordelen te voorkomen, volledig mislukt. Bovendien zijn de meeste mensen, als ze een matig tot hoog inkomen hebben, gewend geraakt aan de vergoeding. Klaus Dieter Kleitze, huisarts in Hannover: „Geen enkele patiënt is boos over de vergoeding, het is gewoon betaald“. Alleen bij huishoudens met een laag inkomen komt het vaak voor bij het aanmanen van procedures en vertragingen, dus de huisarts.
Een extra bedrag van 2,4 miljard euro wordt toegevoegd aan de nieuwe praktijkcommissie, zoals de economen hebben berekend. Dat zou overeenkomen met 480 miljoen bezoeken aan de arts per jaar, waarbij patiënten elk vijf euro zouden moeten betalen. Volgens de werkgroep van de CDU / CSU en FDP, de nieuwe vergoeding „onbureaucratische“ worden verzameld door een „nieuwe onderzoeksprocedure geïnstalleerd“ zal.
Dit is geenszins onbureaucratisch, want de artsen zouden immers opnieuw moeten zorgen dat de kosten door de patiënten worden geïnd. „Naast de reeds toegenomen werklast betekent dit een uitgebreide bureaucratische handeling“, de huisarts klaagt. Daarom is het het beste om simpelweg de praktijkkosten af te schaffen en meer geld te investeren in preventie, zodat verzekerden worden gered van onnodige ziektes en onnodige medische contacten worden vermeden.
De slachtoffers van de extra kosten zouden hoe dan ook degenen zijn die tot de laagverdieners van deze maatschappij behoren. Zo eiste de voorzitter van de Duitse vakbondsfederatie, Michael zomer, „In plaats daarvan om een redelijke gezondheidszorg te garanderen en niet om diegenen te straffen die naar de dokter moeten gaan“. Als een tegenvoorstel zomer leidt opnieuw de „solidaire burgerverzekering“ op. Een eerlijker verdeling van de lasten zou nieuwe financieringsbronnen voor ziekteverzekeringen kunnen creëren, zei Sommer. Dit zou echter betekenen dat de particuliere ziekteverzekering wordt afgeschaft, waarvan de lobby diep geworteld is in de kringen van de regeringspartijen. (Sb)
Lees over:
5 Euro oefeningskosten per artsbezoek
Bahr roept op tot afschaffing van de praktijkkosten
DGB: oefenvergoeding moet worden afgeschaft
Particuliere fondsen zijn niet langer acceptabel
Ziektekostenverzekering: welke wijzigingen 2016351a2cc0b08c03> Afbeelding: Günter Havlena