Osteopathie WHO geeft om onderwijs
Normen voor de opleiding van osteopaten
Terwijl de Federale Vereniging van Osteopathie e.V. (bvo) zich haast, heeft de Wereldgezondheidsorganisatie WHO de internationale normen opgesteld voor de opleiding van osteopaten. De bvo kondigt aan dat hij, in opdracht van de WHO, een grote stap voorwaarts ziet om een onafhankelijke gezondheidsprofessionele osteopaat in Duitsland te worden.
Een van de doelstellingen van de WHO-formuleringen is om een wettelijke basis te bieden voor de praktijk van osteopathie. Zij zullen Benchmarks in training in osteopathie genoemd. Het geheel gebeurde als onderdeel van een reeks van zeven delen die werden gepubliceerd voor training in complementaire geneeskunde. Het doel van de WHO is ervoor te zorgen dat training in osteopathie een minimumstandaard aan relevante specialistische kennis biedt. Daarnaast bepaalde vaardigheden en exacte kennis van contra-indicaties en, uiteraard, indicaties. Dit is om ervoor te zorgen dat alle osteopaten kunnen werken met patiënten in het primaire contact.
Osteopathie wordt aldus door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als een onafhankelijke vorm van geneeskunde die zowel diagnose als behandeling omvat en die kan worden onderscheiden van andere gezondheidszorgberoepen, die ook handmatige technieken gebruiken zoals fysiotherapie of chiropractie. Al in 2003 riep WHO-resolutie WHA 56.31 de lidstaten op complementaire geneeskunde, waaronder osteopathie, te integreren in de nationale gezondheidszorgstelsels. De belangrijkste punten die nu worden gepubliceerd zullen dienen als basis voor gezondheidsautoriteiten om het onderwijs, het testen en de goedkeuring van gekwalificeerde osteopaten bij wet te regelen.
De bvo, Bundesverband Osteopathie e.V., verwelkomt de publicatie van de WHO en ziet het als een belangrijk model voor een onafhankelijk gezondheidsberoep in Duitsland: „De WHO beschrijft de osteopaat als een afzonderlijk beroep dat werkt met patiënten in primair contact,“ zei Dr. med. Bernhard Hartwig, eerste voorzitter van de bvo, „dit komt precies overeen met ons professionele beleidsdoel.“
Hartwig legt uit: „In Duitsland is er nog niet het onafhankelijke beroep van osteopaat en degenen die geen artsen of niet-medische beoefenaars in hun basisberoep zijn, werken mogelijk niet osteopathisch in primair contact met patiënten. Hier is osteopathie een onafhankelijke vorm van geneeskunde en geen specialistische training of een aanvullende vorm van behandeling voor de beoefenaar. Het wordt tijd dat in Duitsland de opleiding tot osteopaat wettelijk wordt gereguleerd in het belang van de patiënt en de osteopaat juridisch wordt erkend als een onafhankelijk beroep. De kernpunten die door de WHO zijn gepubliceerd, bieden hiervoor een goede template.“ In Duitsland vindt training als osteopaat plaats als een voltijdse opleiding of als extra beroepsactiviteit op privéscholen voor osteopathie. De inhoud en de duur van de training overschrijden de minimumnormen die door de WHO worden vereist. (pm, 07.12.2010)