WWF-winkelgids Goed of slecht vlees in de supermarkt?

WWF-winkelgids Goed of slecht vlees in de supermarkt? / Gezondheid nieuws
De WWF-gids laat zien welk vlees ecologisch ethisch acceptabel is

Steeds minder mensen willen vlees of worstjes eten van massale veehouderij. Maar hoe moeten consumenten erachter komen waar het vlees vandaan komt? Was het varken blij of was de worst gemaakt vanuit ecologisch oogpunt? Een nieuwe WWF-winkelgids zal helpen om de vragen te beantwoorden. Maar dat is niet voldoende voor sommige consumentenverdedigers.


Vlees kan een waardevol voedsel zijn. Maar niet alleen gezondheidsredenen spreken voor een bewuste vleesconsumptie, ook voor de milieuwinst. De meeste genetisch gemodificeerde soja komt terecht in de voedertroggen. Soja wordt voornamelijk verbouwd in monoculturen, met negatieve milieueffecten. Daarbij komt nog het gebruik van pesticiden of de vervuiling van het grondwater.

Wat betekent "minder vlees"? En hoe definieer je "beter vlees"? Om gezondheidsredenen beveelt de Duitse voedingsvereniging maximaal 300 tot 600 g vlees per week aan. De gemiddelde consumptie per inwoner in Duitsland is momenteel twee keer zo hoog. Rekening houdend met de ecologische grenzen van onze planeet, mag het niet meer zijn dan 300 gram per persoon per week. Om de dagelijkse bruikbaarheid van de aanbevelingen van de consument te garanderen, werden verschillende productiemethoden, labels en goederenklassen gescreend en gerangschikt volgens een verkeerslichtsysteem. Dit resulteert in drie categorieën: goede keuze, tweede keus, beste niet.

Ecologische effecten, zoals CO2-uitstoot, het benodigde areaal of het verlies van biodiversiteit werden met name gewogen, maar ook dierhouderij of medicatie werden meegenomen in de beoordelingen.

Deze winkelgids is de korte versie van de uitgebreide aanbevelingen en onderzoeken door WWF Duitsland over vleesconsumptie. Meer gedetailleerde informatie en achtergrondinformatie op www.wwf.de/fleisch of www.iamnature.de

Een goede keuze
Producten met het EU-biologisch label voldoen aan de Europese normen voor ecologische en diervriendelijke landbouw. Over het algemeen zijn de milieueffecten van de biologische landbouw veel positiever dan die van de conventionele landbouw. De dieren hebben meestal een meer gediversifieerde omgeving met daglicht en frisse lucht en meer ruimte dan conventionele veeteelt. Er zijn veel minder pijnlijke procedures zoals. Zoals gedaan de staart docking in varkens. Vlees en worst met associatieve biologische labels zoals Bioland, Demeter, Naturland, Biopark en Biokreis voldoen aan andere aanvullende criteria naast de EU-minimumeisen. Er zijn bijvoorbeeld slechts een paar additieven toegestaan ​​in de voedselverwerking. In de EU zijn 316 additieven toegestaan, voor organische producten ongeveer 50 stoffen - bijv. B. Bioland gebruikt slechts 23 van deze helpers. Wild EU-vlees afkomstig van een duurzame, gereguleerde jacht is een redelijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen en heeft weinig negatieve gevolgen voor het milieu (evenals braakliggende damherten). Wildvlees is een nicheproduct maar kan bijdragen aan een goede mix van vleesconsumptie.

Tweede keuze: als er geen andere manier is
De Neuland-zeehond stelt aanzienlijk hogere normen voor dierhouderij voor dan gebruikelijk. De dieren hebben een afvoer naar de open lucht en kunnen op stro liggen. Het is gebaseerd op GMO-vrije soja en huishoudvoeders, maar een productie van diervoeders volgens biologische criteria is niet vereist. Het gebruik van pesticiden en meststoffen in de landbouw is nog steeds toegestaan. GOEDE KEUZE Regionaal graslandvlees is meestal voedervrij en daardoor grondstofvriendelijk. Ook in de veeteelt is het duidelijk beter dan de conventionele mast. Er is echter geen enkel certificatiesysteem of zegel, dus het komt in het gele vak terecht. Als weilandvlees ook zo is, wordt het sterk aanbevolen. Als u twijfelt, vraag of bezoek het bedrijf zelf tijdens een reis naar het platteland!

Liever geen toegang
Conventioneel geproduceerde vlees- en worstproducten hebben enorme ecologische effecten. De teelt van voedergewassen, v. a. Soja in Zuid-Amerika leidt tot massale ontbossing van waardevolle bossen en daarmee tot een groot verlies aan biodiversiteit en hoge uitstoot van broeikasgassen. In Duitsland vervuilen nutriëntenoverschotten van vee de wateren en de biodiversiteit. Bovendien zijn de vereisten voor de veehouderij ontoereikend omdat de dieren onvoldoende ruimte en mogelijkheden hebben om hun natuurlijke gedrag te leven. Conventionele vleesmerketiketten suggereren vaak kleinschalige idylle, hebben i.d.R. Dit zijn echter geen significante aanvullende vereisten met een ecologische meerwaarde en zijn meestal pure marketinginstrumenten. Conventionele vlees- en worstproducten met QS-labels voldoen niet aan ecologische duurzaamheidscriteria en alleen aan minimale diervereisten. Geïmporteerde "lucht of schepen" producten zoals wild of schapenvlees uit Nieuw-Zeeland of rundvlees uit Argentinië gaan gepaard met hoge CO 2 -emissies en kunnen daarom niet worden aanbevolen.