Autisme oxytocine zorgt voor vertrouwen
Autisme: Oxytocin creëert vertrouwen
Franse neurowetenschappers testten het hormoon oxytocine in de vorm van een neusspray op autistische personen: zelfvertrouwen, gezichtsherkenning en sociale gevoeligheid namen toe als gevolg.
Franse neurowetenschappers testten het hormoon oxytocine in de vorm van een neusspray op autistische personen: zelfvertrouwen, gezichtsherkenning en sociale gevoeligheid namen toe als gevolg. De wetenschappers rond Angela Sirigua van het Center for Cognitive Neuroscience in Bron, Oost-Frankrijk, publiceerden hun bevindingen en de studiestructuur in het Amerikaanse tijdschrift „Proceedings van de National Academy of Sciences“.
Er waren 13 volwassen vrijwilligers beschikbaar „hoogfunctioneel autisme“. Ze gaven het hormoon oxytocine als een neusspray. Toen toonden ze verschillende gezichten en onderzochten ze het blikgedrag. De gezichten werden intensiever bekeken door het autistische en vooral het ooggebied.
Het hormoon oxytocine had bij vorige pogingen al geleid tot een toename van het vertrouwen onder niet-autistische mensen.
Oxytocine is een eiwithormoon dat meerdere werkingsmechanismen in ons lichaam heeft. Het veroorzaakt contracties en zorgt ervoor dat de baarmoeder (baarmoeder) zich samentrekt met de vrouw en de zaadleider met de man tijdens een orgasme. Er wordt gezegd dat het een impact heeft op seksueel verlangen en in de context van sociale interacties.
De reden voor de huidige manier van werken en de bevindingen van de neurowetenschappers is het feit dat mensen met autisme meestal problemen hebben om sociaal hun weg te vinden in contact met andere mensen. Direct oogcontact wordt vaak vermeden. Waarbij er zeer verschillende graden zijn in de expressie van autisme. Zeer lichte vormen worden gekenmerkt door minimale gedragsproblemen. Maar er zijn ook graden die vallen in de indeling van een ernstige verstandelijke beperking. Gemeenschappelijk is iedereen die problemen heeft met sociale interactie.
In eerdere studies waren lage oxytocine-spiegels gemeten bij kinderen met autisme. De precursors waaruit het latere hormoon wordt gevormd, waren echter verhoogd. Dit leidde tot de aanname dat er iets niet werkt in de productie van het hormoon. Volgens de onderzoekers zou dit een startpunt kunnen zijn voor het beïnvloeden van de sociale componenten van mensen met autisme.
Autisme lijkt luid te zijn „Centrum voor ziektebestrijding (CDC)“ Toenemend gebruik in de afgelopen decennia. Volgens de CDC zou er tussen 2002 en 2006 een toename van 57 procent zijn geweest. Theorieën dat er associaties bestaan tussen toxines in onze omgeving of additieven in bepaalde vaccins (zoals kwik en aluminium) zijn niet bewezen.
Feit is dat er tot nu toe geen grote stappen zijn ondernomen op het gebied van drugscontrole bij autisten. De huidige resultaten kunnen leiden tot een uitgebreidere aanvulling van maatregelen, in termen van verbeterde sociale vaardigheden, voor de getroffenen en hun omgeving. (Thorsten Fischer, Naturopath Osteopathy, 17.02.2010)
Ook interessant:
Individuele dosering van antibiotica vereist