Bevel van het Federale Hof van Justitie over genetische tests op embryo's
Federaal Hof van Justitie: oordeel over genetisch testen van embryo's.
(07/07/2010) Het Leipzig Vijfde Klasse van het Federale Hooggerechtshof (BGH) oordeelde dinsdag dat de zogenaamde pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD) is niet in strijd met de Embryo Protection Act, omdat het niet voor „misbruik van reproductieve technieken“ komt. Het oordeel had begin 2006 het zelfrapport van een gynaecoloog uit Berlijn noodzakelijk gemaakt.
Op basis van dit arrest van de Hoge Raad artsen bevruchte eieren van de ouders mogen nu naar de toekomst te onderzoeken met een aanleg voor enorme Genabnormitäten in de reageerbuis tot ernstige erfelijke ziekten en gooi indien nodig. Selectie op basis van geslacht, haarkleur of oogkleur blijft uitgesloten.
Aldus bevestigde de BGH het vonnis van de rechtbank van Berlijn, die een 47-jarige Berlijnse gynaecoloog vrijsprak, die zich in 2006 had gemeld. In de periode van 2005 tot 2006 was hij drie keer overleden in het geval van ouders met embryo's met genetische problemen die ook waren aangetast. Zijn zelfrapportage zou het historische oordeel moeten brengen. De katholieke kerk en de Commissaris voor de behoeften van mensen met een handicap, Hubert Hüppe, kritiek op de beslissing en noemde het als een punt van zorg, omdat ze (mutatis mutandis) een deur naar de selectie te openen en sorteren van het menselijk leven. (Tf)