Contante betaling sluit vrijwilligerswerk niet uit
In principe hoeven geen socialezekerheidsbijdragen te worden betaald over forfaitaire vergoedingen voor vrijwilligerswerk. Zelfs als het vrijwilligerswerk niet alleen representatie, maar ook administratieve taken met elkaar verbindt, is dit geen bijbehorende bijdrageverplichting, te beoordelen op woensdag 16 augustus 2017, de federale sociale rechtbank (BSG) in Kassel (Ref .: B 12 KR 14/16 R ).
Zo kreeg de Kreishandwerkerschaft Nordfriesland South het recht van de hoogste sociale rechters gelijk. De Kreishandwerkerschaft is een ambachtsvereniging in een district. Als een openbare onderneming vertegenwoordigt het de belangen van onafhankelijke vaartuigen. Zoals in het geval van kamers van industrie en handel, wordt informatie verstrekt aan overheidsinstanties en politici, worden verklaringen afgelegd en zijn de belangen van de leden vertegenwoordigd in geschillen met leveranciers en klanten.
(Afbeelding: stockpics / fotolia.com)De huidige onderneming die in de besliste zaak werd uitgeoefend, was een gedelegeerd bestuurder. De Kreishandwerkerschaft wordt echter geleid door een gekozen, honoraire Kreishandwerksmeister, hier een onafhankelijke elektricien. Voor zijn activiteit ontving hij een jaarlijkse toelage van 6.600 euro als laatste. Zijn taken omvatten, naast de vertegenwoordiging van Kreishandwerkerschaft, ook administratief werk zoals de uitnodiging van leden aan commissievergaderingen, de beoordeling van post en collusie met het kantoor.
Tijdens een belastingcontrole stelde de Duitse pensioenverzekeringsorganisatie dat sociale verzekeringspremies moesten worden betaald op de forfaitaire onkostenvergoeding. Hoewel vrijwilligersactiviteiten eigenlijk geen bijdragen bevatten, zijn ze dat niet, als er naast de vertegenwoordiging extra administratieve taken zouden worden uitgevoerd. De administratieve taken vielen op het gebied van werkgelegenheid.
Voor de jaren 2006 tot 2010 moest de Kreishandwerkerschaft dus ongeveer 2.600 euro aan bijdragen betalen. De pensioenverzekering verwijst ook naar een eerdere uitspraak van de BSG, volgens welke "taken die toegankelijk zijn voor het beroepsleven" onderworpen zijn aan bijdragen.
Met zijn nieuwe uitspraak, verliet de BSG zich ervan en concentreerde zich meer op de aard van de activiteit, in plaats van op de aard van de activiteit.
Hier heeft de pensioenverzekering onvoldoende rekening gehouden met het ideologische, non-profit doel van vrijwilligerswerk, aldus de BSG. Het is niet relevant dat de districtsmeester vakman ook administratieve taken vervult, zolang deze maar rechtstreeks verband houden met het erebureau. Hier kwamen deze taken overeen met het doel van het statuut.
Platte onkostenvergoedingen voor een vrijwilliger waren in principe gratis. Een dergelijke financiële bijdrage sluit vrijwilligerswerk niet uit, volgens de 12e BSG-Senaat. De forfaitaire vergoeding mag echter niet zo worden ontworpen dat het eigenlijk een verkapte vergoeding is.
Het is kenmerkend voor een vrijwillige activiteit dat het niet gericht is op het behalen van een materiële winst. De honoraire Kreishandwerksmeister had zijn kantoor niet uitgeoefend in "acquisitie-intentie". Bovendien was hij niet - zoals in een arbeidsrelatie - gebonden aan instructies. Een bijdrage is daarom niet vereist. fle / mwo