Genen bepalen welke sporen stress achterlaten
2014/09/10
Onderzoekers konden aantonen dat individuele genetische aandoeningen verantwoordelijk zijn voor het effect van stress op onze emotionele centra. Ze onthulden dat een complex samenspel van depressieve genvarianten en levensgebeurtenissen het effect van stress op de hippocampus bepaalt.
De hippocampus wordt beschouwd als de centrale interface bij stressmanagement. Van hem is bekend dat hij erg gevoelig is voor stress. Bij stress, wat wordt geïnterpreteerd als een gevaar voor het organisme, verliest het volume, dat vaak wordt waargenomen bij depressieve patiënten en dat verantwoordelijk is voor enkele klinische symptomen. Op zijn beurt kan positieve stress zelfs het volume van de hippocampus verhogen.
Hoe ongunstige levensgebeurtenissen de grootte van de hippocampus beïnvloeden, hangt volgens studieresultaten niet alleen af van de omgevingsfactoren. Het zijn de genen die bepalen of een en dezelfde levensgebeurtenis leidt tot een toename of afname van het hippocampusvolume en dus bepalen of de stress goed of slecht is voor onze hersenen. Hoe meer risico-genen een persoon bezit, hoe negatiever ze zijn „Life Events“ op de grootte van de hippocampus. Met geen of slechts enkele risicogenen, kan dit levensgebeurtenis zelfs een positief effect hebben. (Pm)
Afbeelding: Gerd Altmann, Pixelio