Kasse hoeft vooralsnog geen cannabisbehandeling voor clusterhoofdpijn te betalen

Kasse hoeft vooralsnog geen cannabisbehandeling voor clusterhoofdpijn te betalen / Gezondheid nieuws

Federaal Constitutioneel Hof verwerpt uitdrukkelijke rechtsbescherming

Patiënten met clusterhoofdpijn hebben misschien nog steeds niet de wettelijke ziekteverzekering nodig om pijn met medicinale cannabis te behandelen. Het Bundesverfassungsgericht (federaal constitutioneel hof) in Karlsruhe verwierp dit besluit in een resolutie die op vrijdag 20 juli 2018 werd gepubliceerd (Ref.: 1 BvR 733/18). Het bevestigt een beslissing van het Hessisch Staatsgerechtshof (LSG).

Volgens de Duitse Migraine and Headache Society verloopt de clusterhoofdpijn meestal gedurende vele maanden, tot acht keer per dag, tot een pijnvrije fase weer kan komen. De aanvalsachtige, eenzijdige pijn kan zo sterk zijn dat de getroffenen zelfs flauwvallen. Hoeveel mensen zijn getroffen is onduidelijk. Schattingen variëren tussen één op duizend en één op honderd.

In het geval nu besloten, wilde de aanvrager zijn pijn onder controle krijgen met medicinale cannabis. In een spoedprocedure wilde hij zijn wettelijke zorgverzekeraar dwingen de kosten te betalen.

De LSG kreeg een advies van de medische dienst van de ziekteverzekeringen (MDK). Dit kwam tot de conclusie dat, volgens de huidige kennis, het gebruik van cannabinoïden bij clusterhoofdpijn niets oplevert. Het verwees naar twee studies over het gebruik van marihuana en migraine en een onderzoek naar cannabis en clusterhoofdpijn. Daarna is er onvoldoende bewijs voor een therapeutisch succes. Uiteindelijk, als gevolg van de slechte gegevens, moet het resultaat van gecontroleerde studies nog worden afgewacht.

In haar summiere onderzoek verwierp de LSG het uitdrukkelijke verzoek om terugbetaling.

De hoofdpijnpatiënt zag in het LSG-onderzoek zijn recht op effectieve rechtsbescherming schenden en vroeg het federale constitutionele hof om hulp. In het geval van onredelijke en anderszins onvermijdelijke nadelige effecten, zou de LSG de feitelijke en juridische situatie regelmatig moeten herzien, niet alleen in samenvatting, maar uiteindelijk. Dit is hier niet gebeurd.

In zijn besluit van 26 juni 2018 verwierp het Federale Constitutionele Hof het dringende verzoek. De gespecialiseerde rechtbank moet "de feitelijke en juridische situatie alleen maar grondiger onderzoeken, des te zwaarder de bedreigende schending van de grondrechten en hoe groter de kans dat deze zich voordoet", aldus de constitutionele rechter. De juridische en feitelijke situatie is echter voldoende doorgedrongen door de LSG, hoewel de rechtbank de uitkomst van het hoofdgeding als open, maar toch grotendeels voorspelbaar beoordeelde.

Hier baseerde de LSG zich ook terecht op het MDK-rapport en het gebrek aan werkzaamheid van een daarin vermelde cannabisbehandeling. De klager had niet voldoende aangetoond waarom de LSG tot een andere conclusie had moeten komen. fle