Kinkhoest Tot 75 procent van de volwassenen is getroffen
Kinkhoest: 75 procent daarvan is volwassen
19/01/2011
Volwassenen hebben meer kans op kinkhoest dan kinderen. Uit een evaluatie van de DAK-interne gegevens voor 2009 bleek dat ongeveer 8.500 verzekerden werden behandeld met kinkhoest. Slechts een kwart van hen was kind! „Kinkhoest is niet langer een kinderziekteprobleem“, zegt Dr. Christina Sewekow, gezondheidsexpert bij DAK. „Veel volwassenen vergeten hun vaccinbescherming op te frissen en worden dan onverwachts ziek. Het slechte ding is dat ze kinderen zo gemakkelijk kunnen infecteren.“
Kinkhoest vaak lang niet herkend
De ziekte wordt veroorzaakt door bacteriën die worden overgebracht door een druppelinfectie. Een sterk niezen is genoeg om omstanders te infecteren. „Kinkhoest is een zeer persistente ziekte die weken kan duren“, weet Dr. Sewekow. En: vaak wordt het niet herkend. „Velen vermoeden aanvankelijk een verkoudheid of griep. Na een paar dagen verergert de hoest.“ Het gaat om krampachtige hoestbuien, die ook tot braken kunnen leiden. Vaak: de ziekte is bijzonder besmettelijk als de symptomen nog steeds onschadelijk zijn.
Vaccinatie vermindert ziekteprogressie
De DAK-expert beveelt daarom aan dat de arts regelmatig de vaccinbescherming controleert. „Primaire immunisatie vindt meestal plaats in de kindertijd, waarna het moet worden opgefrist.“ Niemand is echter volledig beschermd: „Ondanks vaccinatie kan het tot besmetting komen, maar het verloop van de ziekte is dan niet zo moeilijk.“
Ziekte voor baby's dodelijk
Vooral in gevaar zijn baby's“, waarschuwt Dr. Sewekow. „De ziekte kan zelfs levensbedreigend zijn voor zuigelingen. Omdat de vaccinbescherming pas werkt na de derde vaccinatie rond de vierde levensmaand rond. Voordien zijn de kleintjes vrijwel zonder bescherming.“ Daarom is het belangrijk dat iedereen die contact heeft met baby's wordt gevaccineerd tegen kinkhoest. Met de vierde vaccinatie, rond de eerste verjaardag, is de primaire vaccinatie voltooid. De eerste boostervaccinatie vindt plaats tussen de leeftijd van vijf en zes en de tweede tussen de leeftijd van negen en zeventien. De volgende vaccinatie wordt dan eenmaal aanbevolen door de Standing Vaccination Commission voor het vaccin tegen tetanus en difterie, dat om de tien jaar moet worden betaald. (Pm)
Afbeelding: S. Hofschlaeger