Chirurgie verbetert geen enkele patiënt met een tenniselleboog
De term tenniselleboog (of tenniselleboog) verwijst naar een pijnlijke aandoening van het peesweefsel bij de elleboog. Onderzoekers hebben nu ontdekt dat chirurgische methoden om deze ziekte te behandelen geen extra voordeel voor patiënten opleveren.
De wetenschappers van het Orthopaedic Research Institute in Sydney ontdekten in een onderzoek dat chirurgische procedures in een zogenaamde tenniselleboog meestal niet het gewenste effect hebben. De artsen hebben de resultaten van hun studie vrijgegeven op de Specialty Day van de American Orthopedic Society for Sports Medicine (AOSSM) in San Diego.
Veel mensen in Duitsland lijden aan een zogenaamde tenniselleboog. Artsen probeerden te achterhalen of een operatie echt leidt tot een effectievere behandeling van de ziekte in vergelijking met een placebotherapie. (Foto: Picture-Factory / fotolia.com)Onderzoekers werken op 26 onderwerpen en onderzoeken de effecten
De huidige gerandomiseerde studie onderzocht de respons van patiënten op een operatie om zogenaamde tenniselleboogstrikjes te behandelen in vergelijking met de resultaten van de placebobehandeling. De studie analyseerde 13 patiënten die een operatie ondergingen om een gedegenereerd deel van hun zogenaamde extensor capri radialis brevis (ECRB) te verwijderen, leggen de experts uit. Ter vergelijking werd een incisie gemaakt over de laterale elleboog van 13 personen, maar er werd geen verder herstel van de ECRB uitgevoerd.
Alle deelnemers leden gedurende minstens zes maanden onder een tenniselleboog
De deelnemende proefpersonen leden al meer dan zes maanden aan de symptomen van een tenniselleboog. Bovendien hadden de deelnemers in deze periode ten minste twee niet-chirurgische behandelingsmethoden geprobeerd, zoals fysiotherapie, massage, acupunctuur of spalken, waarin de artsen worden uitgelegd.
De placebo-behandeling vertoont dezelfde resultaten
De gegevens die tijdens het onderzoek zijn verkregen, tonen aan dat beide groepen een significante verbetering in pijnmanagement ervaren gedurende een periode van 26 weken na de operatie. Het bevatte bijvoorbeeld ook de frequentie van pijn die verband houdt met activiteit, zegt auteur Martin Kroslak van het Orthopaedic Research Institute in Sydney. Bovendien waren deze resultaten consistent of zelfs verbeterd binnen de volgende één tot vier jaar follow-up. Er was geen significant verschil op enig studietijdstip tussen de twee groepen van onderwerpen, voegt de expert toe.
Onderwerpen moesten vragenlijsten invullen over hun gezondheidsproblemen
Onderwerpen in het onderzoek werden gevraagd om vragenlijsten in te vullen met betrekking tot symptomen, waaronder de frequentie van de pijn en de ernst van de activiteit en rusttoestand. De pijnfrequentie tijdens de slaap en de moeilijkheden bij het oppakken van voorwerpen of pijn tijdens draaiende bewegingen waren bijzonder interessant, verklaren de wetenschappers.
Welke behandeling kregen deelnemers na hun operatie??
Beide groepen werden binnen twee weken na de operatie met dezelfde revalidatie behandeld, inclusief ijs, stretching en een rehabilitatieprogramma om de artsen te versterken en uit te leggen.
Een effectieve behandeling van een tenniselleboog is een grote uitdaging
De behandeling van de zogenaamde chronische tenniselleboog is een grote uitdaging, legt auteur Kroslak uit. Ons onderzoek benadrukt de uitdagingen van het opstellen van een behandelplan voor deze patiënten en het blijven werken aan de ontwikkeling van chirurgische en niet-chirurgische benaderingen, voegt de arts toe. (As)