Nursing Care Fund moet betalen voor vervangende zorg in het buitenland
In de toekomst kunnen afhankelijke personen en zorgverleners hun vakantie gemakkelijker samen doorbrengen in het buitenland. De langetermijnzorgfondsen moeten daar ook betalen voor een zogenaamde vervangende of preventieve zorg. Op woensdag 20 april 2016 besliste de federale sociale rechtbank (BSG) in Kassel (ref.: B 3 P 4/14 R). Ongelijke behandeling van vakantie in binnen- en buitenland was niet objectief gerechtvaardigd.
De preventie- of vervangingszorg moet de zorgbereidheid van familieleden bevorderen en hen de mogelijkheid van een vakantie bieden. Het recht op vervangende zorg bestaat ook als de zorg van het familielid tijdelijk onmogelijk is wegens ziekte of andere persoonlijke redenen.
Verpleegzorg moet ook betalen voor vervangende zorg in het buitenland. Afbeelding: Photographee.eu - fotoliaHet Nursing Fund betaalt vervolgens de benodigde vervangende verzorger tot maximaal zes weken per kalenderjaar. Het aantal uitkeringen per dag is afhankelijk van het zorgniveau, maximaal 1.612 euro per jaar. Voor maximaal vier weken wordt de reguliere zorgtoeslag naast de helft betaald.
In dit specifieke geval zorgde een moeder uit de regio Reutlingen regelmatig voor haar gehandicapte zoon thuis. Het kind ontving zorgtoeslag na zorgniveau 2. Ondanks de nodige zorg zou het ook een gezamenlijke vakantie moeten zijn. Samen met andere familieleden reisden ze in januari 2009 voor vijf dagen naar Zwitserland voor een skivakantie.
Terwijl de moeder aan het skiën was, was het haar echter niet toegestaan borstvoeding te geven. In plaats daarvan de vervanging van de grootvader, die extra hiervoor had gereisd.
Voor deze preventieve zorg moet de zorgverzekering van de Techniker Krankenkasse worden betaald. Over het geheel genomen beweerde het gezin voor gemaakte reis- en verblijfkosten van de grootvader € 279.
Het Nursing Fund weigerde dit. Een claim voor uitkeringen van preventieve zorg in het buitenland is uitgesloten.
Het Landessozialgericht (LSG) Baden-Wuerttemberg had nog steeds gelijk in zijn uitspraak van 18 juli 2014 (Ref .: L 4 P 5119/11, JurAgentur-rapport van 16 oktober 2014). De felbegeerde vergoeding voor preventieve zorg moet worden beschouwd als een "inbreng in natura". Als deze in het buitenland werden verstrekt, hoefde het fonds voor verpleegkundige zorg er niet voor te betalen.
De eiseres, vertegenwoordigd door VdK, beschouwde de afwijzing als een ongerechtvaardigd verschil in behandeling. Bij een vakantie in Duitsland zouden de kosten voor de vervangende zorg zonder problemen worden overgenomen, maar niet tijdens vakanties in het buitenland.
De SPA zag dit ook als een verschil in behandeling waarvoor geen objectieve reden bestond. Het fonds voor langdurige zorg had alleen de voordelen van preventieve zorg niet gehaald, omdat de vakantie plaatsvond met het kind dat zorg nodig heeft in het buitenland. In Duitsland zouden er daarentegen geen problemen zijn geweest. In principe geldt weliswaar dat de voordelen van het zorgfonds tijdens een verblijf in het buitenland, de zorgtoeslag, een uitzondering vormen. Hiervan is "preventieve zorg" ook opgenomen als een bijkomend voordeel.
Er is geen reden om bang te zijn dat gezinnen de vergoeding van de vervangende zorg zouden kunnen misbruiken door de grootvader tegen contante kosten te nemen, bijvoorbeeld naar een luxe hotel op de Malediven op vakantie. Ten eerste is de vergoeding in ieder geval beperkt tot maximaal 1.612 euro. Aan de andere kant zouden alleen 'noodzakelijke uitgaven in verband met de vervangende zorg' moeten worden betaald. Het verpleegfonds moet naar eigen inzicht bepalen wat er nodig is voor de vervangende zorg. (Fle / mwo)