Oestrogeenvrije hulp bij gynaecologische aandoeningen
natuurgeneeskunde
Oestrogeenvrije hulp tegen climacterische klachten.
(31.05.2010) Black Cohosh (Latin Cimicifuga racemosa) kwam naar ons vanuit Amerika. Noord-Amerikaanse Indiase vrouwen hebben van oudsher de medicinale plant voor gynaecologie gebruikt. In Duitsland worden moderne Cimicifuga-extracten gebruikt als een effectief middel tegen climacterische klachten. Recent onderzoek toont echter aan dat bepaalde Cimicifuga-extracten niet alleen vrouwen maar ook mannen kunnen helpen.
De meest vervelende bijwerkingen van de menopauze zijn neurovegetatieve en mentale klachten. Veel vrouwen klagen over verminderde prestaties, opvliegers, zweten, slaapstoornissen en stemmingswisselingen in deze moeilijke periode van het leven. De eerder aanbevolen hormoonbehandeling met oestrogeen helpt hiertegen, maar gaat gepaard met een verhoogd risico op borst- en baarmoederkanker. Extracten van Cimicifuga, zoals studies aantonen, vormen geen dergelijke risico's.
Cimicifuga is geen plantaardig oestrogeen. Het effect van ethanolische Cimicifuga-extracten is eerder gebaseerd op hun invloed op de neurotransmitters serotonine en dopamine. De resultaten van Dr. med. Dana Seidlová-Wuttke van de afdeling Gynaecologie en Verloskunde van de Universiteit van Göttingen. Alhoewel oestrogenen kunnen leiden tot ongewenste groei van het endometrium of borstweefsel, zijn Cimicifuga-extracten vrij van dergelijke gevolgen. De Göttingen-wetenschapper heeft ook in dierproeven en in klinische studies aangetoond dat Cimicifuga-extracten een positieve invloed op het bot hebben en daarom het gevreesde botverlies (osteoporose) tegengaan.
Verrassend zijn nieuwe bevindingen over een mogelijk effect van Cimicifuga-extracten op de man. Seidlová-Wuttke, dat bepaalde Cimicifuga-preparaten ook effectief kunnen zijn bij de preventie en behandeling van leeftijdsgebonden veranderingen in de prostaat. De wetenschapper vermoedt dat de stof vergelijkbaar is met een aromatase- of 5-alpha-reductaseremmer. Om dit te bevestigen zijn echter verdere onderzoeken noodzakelijk. (KFN 9/2010)