Omgevingsfactoren nauwelijks onderzocht bij ADHD

Omgevingsfactoren nauwelijks onderzocht bij ADHD / Gezondheid nieuws

Milieutoxines en verontreinigende stoffen worden nauwelijks onderzocht als triggers van ADHD.

(20.06.2010) Milieutoxines en verontreinigende stoffen als oorzaak van het ADHD (Attention Defined Syndroom) zijn tot nu toe nauwelijks onderzocht, aldus onderzoeksassistent Ulf Sauerbrey. Het ADHD-syndroom wordt nu beschouwd als de meest voorkomende psychiatrische stoornis in de kindertijd en adolescentie wereldwijd. Het aantal getroffen kinderen en adolescenten in Duitsland was in 2009 rond de 500.000, waarbij jongens ongeveer drie keer meer kans liepen dan meisjes.

Ulf Sauerbrey van de Friedrich-Schiller-universiteit Jena wijst deze onbelangrijke verbinding al enige tijd aan. Bijvoorbeeld, een jaar geleden schreef Sauerbrey het wetenschappelijke artikel "ADHD door milieu-toxines?". In dit artikel verwijst Sauerbrey naar mogelijke factoren die kunnen worden gekoppeld aan een ADHD-aandoening. Zo kunnen zogenaamde leefstijlgerelateerde "schadelijke factoren" zoals roken of passief roken een belangrijke rol spelen. Maar ook verblijf, pesticiden, kwik, voedseladditieven en mangaan kunnen als mogelijke oorzaken worden beschouwd.

In een interview met het persbureau dpa wees de wetenschapper erop dat het verkeerd was om deze mogelijke omgevingsfactoren niet in ADHD-onderzoek te betrekken. Er zijn aanwijzingen dat verontreinigende stoffen betrokken zijn bij de ontwikkeling van ADHD. Sauerbrey baseert zijn aanname op de evaluatie van ongeveer 50 studies die de oorzaken van de mentale stoornis onderzoeken.

Tot dusverre heeft onderzoek zich gericht op genetische factoren en verstoord hersenmetabolisme als mogelijke belangrijke oorzaken. Ook is de opvoeding van de ouders altijd in focus. Voor Ulf Sauerbreyist is de relatie tussen zware metalen zoals lood en kwik als de oorzaak van ADHD niet voldoende onderzocht. Zelfs vandaag de dag kunnen minimale concentraties lood worden gevonden in waterleidingen, fittingen en speelgoed. Volgens Sauerbrey zouden zelfs Europese speelgoedfabrikanten herhaaldelijk de loodlimieten overschrijden. Daarnaast is kwik te vinden in het dentale vulmateriaal amalgaam, hier is verder onderzoek dringend gewenst. Ook kritisch zijn de zogenaamde weekmakers in plastic speelgoed. Hier worden steeds weer stoffen zoals polychloorbifenylen gebruikt. Polychloorbifenylen zijn niet alleen kankerverwekkend maar brengen ook het hersenmetabolisme in gevaar.

Daarentegen neemt de toediening van zogenaamde ADHD-remedies gestadig toe. Medicijnen zoals Ritalin, Equasym, Concerta en Medikinet worden vaker door artsen voorgeschreven. Volgens een DAK-studie steeg de toediening van dergelijke geneesmiddelen met 4,1 procent in vergelijking met het voorgaande jaar. Vorig jaar kondigde de Commercial Health Insurance (KKH) een stijging van 50% aan in de diagnose ADHD in de periode 2004-2007 als resultaat van een studie. Het is des te dringender om mogelijke milieueffecten in speelgoed, plastic flessen en waterleidingen te onderzoeken. (Sb)