Oordeel Geen verplichte medicatie van voorlopige gevangenen

Oordeel Geen verplichte medicatie van voorlopige gevangenen / Gezondheid nieuws
Hogere regionale rechtbank Hamm: juridische basis te onbetrouwbaar
(Jur). Een gedwongen medicatie van voorlopige hechtenis in Noord-Rijnland-Westfalen is tot nader order onwettig. De wettelijke basis hiervoor is veel te onbetrouwbaar, klaagde het hoger regionaal hof (OLG) Hamm in een besluit dat werd aangekondigd op donderdag 31 maart 2016 (Az.: 5 Ws 88/16). Tegelijkertijd had het Federale Constitutionele Hof aanzienlijke bedenkingen geuit ten aanzien van de verplichte behandeling van geesteszieke overtreders.

Geen gedwongen medicatie in de gevangenis. Afbeelding: mik38 - fotolia

In 2011 had het Federale Constitutionele Hof het Rijnland-Palts al ingelicht (resolutie van 23 maart 2011, ref.: 2 BvR 882/09, JurAgentur-kennisgeving van 15 april 2011) en Baden-Württemberg (besluit van 12 oktober 2011, Az. : 2 BvR 633/11, JurAgentur-bericht van 20 oktober 2011) voorschriften voor de verplichte behandeling van geesteszieke overtreders bij de zogenaamde uitvoering van gedeeltelijk ongrondwettelijke maatregelen. Bij besluit van 20 februari 2013 hebben de rechters van Karlsruhe ook de wetten in Saksen afgewezen (Ref.: 2 BvR 228/12, JurAgentur-rapport van 28 februari 2013).

Volgens de genoemde principes moeten artsen en rechtbanken het accepteren als een patiënt bewust tegen de behandeling beslist. Alleen als de patiënt slecht geïnformeerd is, kan een gedwongen behandeling gerechtvaardigd zijn. De voorwaarde is dat de patiënt zichzelf of anderen in gevaar brengt of dat hij nooit zonder behandeling als genezen kan worden vrijgelaten. Ook noodzakelijk is een aankondiging van verplichte behandeling en onafhankelijke controle.

Een klacht tegen de verplichte behandeling in de strafrechtelijke handhaving in Noordrijn-Westfalen heeft het federale constitutionele hof met een vandaag gepubliceerd besluit van 24 februari 2016 om formele redenen als niet-ontvankelijk verworpen (Az.: 2 BvR 2427/14). In hun korte rechtvaardiging uiten de rechters van Karlsruhe echter grote twijfels over de vraag of de rechtsgrondslag voldoende is.

Zoals het Higher Regional Court Hamm heeft besloten, doen ze dit niet met voorgevangen gevangenen. In ieder geval is een verplichte behandeling met medicatie daarna niet-ontvankelijk.

Concreet gaat het om een ​​man die momenteel wordt berecht wegens doodslag. Sinds september 2015 is hij in voorlopige hechtenis, een vonnis is nog niet bekendgemaakt.

Tijdens zijn voorlopige hechtenis werd hij gedurende vier weken behandeld op de psychiatrische afdeling van het gevangenisziekenhuis Fröndenberg. Aanvankelijk ging hij akkoord met de gave van neuroleptica; Dit zijn medicijnen die op het zenuwstelsel werken en zo de motoriek remmen. Toen hij weigerde het medicijn te blijven innemen, dienden de artsen een verplichte behandeling in: onder invloed van het medicijn was de man 'significant toegankelijker en minder gespannen'. Nu dreigt "een acuut buitenlands gevaar".

Maar voor de verplichte behandeling van voorlopige gevangenen "vooral met neuroleptica" ontbreekt in Noord-Rijnland-Westfalen, een levensvatbare wettelijke basis, besloot het OLG. Voor een dergelijke ernstige aantasting van de grondrechten van de gevangene had het Federale Constitutionele Hof een wet geëist, die de verschillende maatregelen en hun voorwaarden "voldoende duidelijk en absoluut" regelt.

De Determinatierechtwet Noordrijn-Westfalen beperkt echter niet de toegestane maatregelen en regelt ook niet de voorwaarden waaronder deze ontvankelijk moeten zijn, klaagde het OLG. Het is ook onduidelijk hoe het onvermogen van de gevangene om te instemmen moet worden bewezen. Ten slotte is er een gebrek aan de mogelijkheid van een "medisch onderzoek onafhankelijk van de gevangenis" vereist door het Federale Constitutionele Hof. De beslissing van OLG Hamm van 17 maart 2016 is al van kracht. (MGO)