Angststoornissen Nieuwe richtlijn voor behandeling
Nieuwe behandelingsrichtlijn voor de behandeling van angststoornissen
2014/08/05
Als angst ziekelijke vormen aanneemt, wordt in de professionele wereld de zogenaamde angststoornis genoemd. Ongeveer 15 procent van de bevolking in Duitsland ziek worden elk jaar op dit meest voorkomende vorm van geestelijke ziekte, meldt de Duitse Vereniging voor Psychiatrie en Psychotherapie, Psychosomatische Geneeskunde en Neurologie (DGPPN) in een recent persbericht ter gelegenheid van de presentatie van vandaag geherdefinieerd behandeling richtlijn voor de behandeling van angststoornissen.
Hoewel angst voor echte bedreigingen volkomen logisch is, tonen getroffenen bij angststoornissen overdreven, onrealistische en ongegronde angst - bijvoorbeeld in situaties die helemaal niet gevaarlijk zijn. „De angststoornissen omvatten paniekstoornis (plotselinge angstaanvallen), gegeneraliseerde angststoornis (overmatige angst voor dagelijkse gevaren) en sociale fobie (extreme verlegenheid)“, meldt de DGPPPN. Bij een late diagnose en ontbrekende of inadequate therapie komt het vaak voor de chronificatie van de klachten, vaak in verband met langer ziekteverlof of zelfs vervroegd pensioen. Ook aandringen „Angststoornissen verhogen het risico op comorbiditeit met andere psychische aandoeningen zoals depressie of verslavingen“ en „ze gaan ook gepaard met een verhoogd risico op zelfmoord“, volgens de DGPPN-communicatie.
Behandelingsrichtlijn op basis van de nieuwste wetenschappelijke bevindingen
De nieuwe S3-richtlijn „Behandeling van angststoornissen“ werd vandaag in Berlijn gepresenteerd met de medewerking van patiëntenvertegenwoordigers en alle belangrijke gespecialiseerde genootschappen. In een zes jaar ontwikkelingsproces, de deskundigen van de Duitse samenleving in het algemeen geneeskunde en huisartsgeneeskunde (DEGAM), de Deutsche Gesellschaft für Psychosomatische Geneeskunde en Medische Psychotherapie (DGPM), de Duitse College voor Psychosomatische Medicine (DKPM), de Duitse beroepsvereniging voor Gedragstherapie (DVT) maatschappij uit angst voor onderzoek (GAF), de Duitse vereniging steungroepen (DAG SHG) en de DGPPN ontwikkelde de nieuwe richtlijnen voor de behandeling met de hulp van andere professionele organisaties, vertegenwoordigers van patiënten en zelforganisaties. Bestaande wetenschappelijke studies over de behandeling van psychotherapie, drugs en andere vormen van therapie zijn door de experts beoordeeld op hun bewijsmateriaal.
Angststoornissen worden vaak niet opgemerkt
De nieuwe richtlijnen voor de behandeling moeten alle beroepsgroepen, de behandeling van patiënten met angststoornissen, voorzien met name huisartsen, specialisten in de psychiatrie en psychotherapie, artsen gespecialiseerd in psychosomatische geneeskunde of psychotherapeut, begeleiding bij de diagnose en behandeling van angststoornissen. Tot op de dag van vandaag, angststoornissen „Ondanks de frequentie werd het in bijna de helft van de gevallen niet herkend en daarom niet goed behandeld“, meldt de DGPPN. Hier presenteert de nieuwe S3-richtlijn normen voor het verbeteren van de detectie en behandeling van angststoornissen op de verschillende zorgniveaus.
Psychotherapie of psychofarmaca?
In principe moeten patiënten met angststoornissen volgens de nieuwe behandelingsrichtlijn psychotherapie en / of farmacotherapie krijgen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de wens van de patiënt van een voorkeursbehandeling, die echter veronderstelt dat de betrokken personen in eerste instantie uitvoerig worden geïnformeerd. „Een belangrijke rol in de informatiediscussie moet daarom in het bijzonder het begin zijn van actie, duurzaamheid, negatieve effecten en beschikbaarheid“, meldt de DGPPN. De patiëntenvertegenwoordiger Jürgen Matzat, die betrokken was bij de procedure, benadrukte dat de nieuwe richtlijn alleen vanuit het oogpunt van de patiënt kon worden verwelkomd. Nu hangt het er echter van af dat het „Artsen oriënteren hun praktijk erop.“ Lieg tegen hem „de keuzevrijheid en de gezamenlijke beslissing van de patiënt en de behandelaar over de te gebruiken therapie, vooral in het hart“, benadrukte Matzat.
Cognitieve gedragstherapie voor angststoornissen
Voor alle vormen van angststoornissen wordt psychotherapeutische cognitieve gedragstherapie aanbevolen volgens de nieuwe behandelingsrichtlijn, „hun doeltreffendheid is bewezen door talrijke gecontroleerde onderzoeken“, meldt de DGPPN. Bovendien bijvoorbeeld „in paniekstoornis of angst voor bepaalde plaatsen, plaatsen of reizen (agorafobie)“ een begeleide blootstelling aan angstgevoelige situaties kan geschikt zijn. De getroffen mensen stellen zichzelf opzettelijk hun angsten in om ermee te leren omgaan. Bovendien hebben verschillende studies in de afgelopen jaren gevonden, de effectiviteit van psychodynamische therapie voor paniekstoornis, gegeneraliseerde angststoornis en sociale fobie, zodat eventueel kan worden ingeroepen om deze vorm van therapie, verklaart de DGPPN. „Als aanvullende maatregelen adviseren de experts om deel te nemen aan een zelfhulpgroep, in de paniekstoornis ook aan sport (duurtraining).“
Benzodiazepinen niet geschikt voor de behandeling van angststoornissen
Farmacologische behandeling van angststoornissen worden „voornamelijk werkzaamheid en verdraagbaarheid geneesmiddelen zoals selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's) en selectieve serotonine norepinefrine heropnameremmers (SNRI's)“ aanbevolen, meldt de DGPPN. Professor Borwin Bandelow, waarnemend directeur van de afdeling psychiatrie en psychotherapie aan de universiteit van Göttingen, voegde eraan toe dat geneesmiddelen zoals tricyclische antidepressiva of pregabaline ook secundair kunnen worden voorgeschreven. In de nieuwe behandelingsrichtlijn echter wel „van het gebruik van benzodiazepinen, die momenteel zeer vaak worden voorgeschreven voor angststoornissen, vanwege de mogelijkheid van afhankelijkheidsontwikkeling ontmoedigd.“ Patiënten die eerder benzodiazepines kregen, moeten dit ook met hun arts bespreken om onnodige risico's te vermijden. Als de angststoornissen niet kunnen worden verholpen met de gekozen vorm van therapie, wordt volgens de experts een test van de andere vorm van therapie of een combinatie van psychotherapie en farmacotherapie aanbevolen. (Fp)