BGH Mensen met een handicap kunnen ook non-verbaal spreken
Concreet ging het om een 26-jarige gehandicapte uit het gebied van Konstanz, die leed aan een hersenstoornis op jonge leeftijd. Hij is verlamd in armen en benen en zwaar spraak- en gehoorproblemen. In januari 2009 had de rechtbank een professionele adviseur aangesteld. De ouders kwalificeerden zich niet als zorgverleners vanwege hun scheiding en de bijbehorende spanningen.
(Afbeelding: Thomas Jansa / fotolia.com)In januari 2016 had de rechtbank de zorg uitgebreid, maar zonder te luisteren naar de 26-jarigen. Vanwege de "beperkte communicatie-opties" wordt er geen kennisverwerving verwacht, de verklaring. De rechtbank bevestigde de beslissing. De persoon in kwestie is niet in een positie om de vrije wil te bereiken, zodat een hoorzitting niet nodig is.
De vader beschouwde dit echter als onwettig en noemde het BGH.
Hij had gelijk in zijn beslissing van 28 september 2016. In de uitbreiding van de zorg is de gerechtelijke hoorzitting een must. Alleen als de betrokken persoon niet in de positie is om iets uit te drukken "of in ieder geval niets op enigerlei wijze verband houdt met de zaak", kan van de rechtszitting worden afgezien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij onbewuste mensen.
Een gehoor is echter niet overbodig omdat de gehandicapte "niets nuttigs kan uitdrukken voor de oorzaak". Zo kan ook een non-verbale communicatieve vaardigheden, in de persoon bekend zijn wil. De rechter zou dan op zijn minst daaruit conclusies kunnen trekken. Hier was in principe ook een akkoord mogelijk met technische hulpmiddelen, zodat de zitting niet had mogen worden opgeheven, besloot de BGH. fle / mwo