De federale sociale rechter keurde de pensioenregels goed vanaf 63 jaar
De Federal Social Court (BSG) in Kassel tegen het pensioen zonder aftrek van 63 voor zeer vele jaren verzekerd geen constitutionele bezwaren. Het is niet het gelijkheidsbeginsel dat in de laatste twee jaar voorafgaand aan het pensioen in aanmerking worden genomen voor pensioenrechten perioden van werkloosheid slechts bij uitzondering in geval van insolventie of bedrijfssluitingen, oordeelde op donderdag 17 augustus, 2017, de 12e BSG Senaat (Ref schenden. B 5 R 8/16 R en B 5 R 16/16 R).
Het tee-off-free pensioen van de leeftijd van 63 werd geïntroduceerd op initiatief van de federale Labour-minister Andrea Nahles (SPD). De wet is op 1 juli 2014 in werking getreden. Volgens deze kunnen verzekerden die gedurende ten minste 45 jaar bijdragen aan de wettelijke ouderdomspensioenverzekering hebben betaald, zonder aftrek op 63-jarige leeftijd met pensioen gaan..
Afbeelding: FotoliaIn de regel worden perioden van werkloosheid opgenomen in de 45 jaar premie als werkloosheidsuitkering I werd toegekend, aangezien het federale arbeidsbureau ook pensioenpremies betaalt. Anderzijds worden perioden waarin werkloosheidsuitkering II of werkloosheidsuitkering werd ontvangen niet in aanmerking genomen.
In de laatste twee jaar voor pensionering wordt in de wet echter algemeen gezegd dat werkloosheidsperioden worden genegeerd. De wetgever had deze uitzondering beperkt, maar een beetje. Als de werkloosheid vóór pensionering terugging naar een faillissement of zakelijke taak, dan is de tijd nog steeds opgenomen in de 45 premiejaren.
De eerste zaak waartoe de BSG besloot, betrof een verzekerde uit Nedersaksen, die op 62-jarige leeftijd werd ontslagen. De werkgever had dit gerechtvaardigd met een dreigende insolventie. Slechts twee maanden na de beëindiging ging het bedrijf failliet. De man noemde zich werkloos en wilde met pensioen nadat het nieuwe ouderdomspensioen in werking trad voor zeer langdurige verzekerden op de leeftijd van 63 jaar.
Het pensioenfonds heeft de aanvraag afgewezen. De verzekerde had de 45 jaar contributie niet bereikt. De werkloosheidsperiode kort voor pensionering kan niet in aanmerking worden genomen. Hij was al beëindigd voordat hij faillissement aanvroeg, de motivering. Dit betekende dat hij nog zeven maanden lang geen bijdragen had voor het tee-off-free pensioen.
Zonder succes wees de eiser erop dat het faillissement had gedreigd en dit gebeurde kort daarna eigenlijk.
In het tweede geval werd verzoekster geweigerd het pensioen zonder inhoudingen op 63, als tijdvakken van werkloosheid niet in aanmerking alleen voorafgaand aan de pensionering werden genomen. Hier had de eiser, een voormalige autoverkoper van Daimler AG, om gezondheidsredenen een annuleringsovereenkomst met zijn werkgever getekend en daarmee werkloos geworden.
Een dergelijke reden voor werkloosheid moet ook voldoende zijn om in aanmerking te worden genomen voor de 45 jaar van de bijdragen, aldus de eiser. Hij heeft zich niet vrijwillig aangemeld, maar om gezondheidsredenen is het dienstverband beëindigd. Dat alleen perioden van werkloosheid na een faillissement of bedrijfssluiting, maar niet te vergelijken redenen in aanmerking worden genomen, is arbitrair en vormt een schending van het beginsel van gelijkheid van de grondwet. De wetgever dient niet te worden op dezelfde manier behandeld ongelijke, benadrukte het standpunt van het Sociaal VdK eiser.
Voor de BSG waren beide rechtszaken echter niet succesvol. De perioden van werkloosheidsuitkeringen kort voor pensionering konden niet worden meegerekend voor de vereiste 45 jaar premie. Alleen in geval van werkloosheid veroorzaakt door een faillissement of zakelijke taak is dit mogelijk.
Bepalend hierbij is de positie van een faillissementsaanvraag. Maar een dreigend faillissement is niet genoeg. Anders bestaat er een risico op misbruik. Werkgevers en werknemers zouden het risico van insolventie voor een tee-off-free pensioen kunnen simuleren.
Er zijn geen constitutionele zorgen tegen de bestaande regels. Het gelijkheidsbeginsel wordt niet geschonden. In het tweede geval had de eiser om persoonlijke redenen zijn dienstverband ontbonden. Dit is daarom toe te schrijven aan de sfeer van de werknemer. De eiser kondigde aan dat het waarschijnlijk een grondwettelijke klacht zou indienen tegen het vonnis. fle / mwo