Een dieet voor obesitas is geen belemmering voor gewichtsverlies
De vastentijd is begonnen. Velen gebruiken de weken voor Pasen om gezonder te eten en een paar winterlonden te verliezen. Vaak wordt gedacht dat mensen met een aanleg voor obesitas moeilijker kunnen afvallen. Volgens een Amerikaanse studie is het tegenovergestelde het geval: patiënten profiteren zelfs in het bijzonder van een verandering in dieet. Gewichtsverlies ondanks predispositie mogelijk (Afbeelding: underdogstudios / fotolia.com)
Tulane University-onderzoekers in New Orleans hadden twee langetermijnstudies geëvalueerd waaraan meer dan 14.000 deelnemers deelnamen. Met behulp van bloedmonsters bepaalden zij het aantal risicovarianten. Gedurende een periode van twee decennia werden voedingsgewoonten en body mass index (BMI) elke vier jaar geregistreerd. De BMI is de verhouding van gewicht (in kg) tot lengte (in m kwadraat) en is een maat voor het lichaamsgewicht.
Veel factoren spelen een rol bij de ontwikkeling van obesitas. Naast omgevingsinvloeden zijn er bepaalde genen die het risico op gewichtstoename verhogen. De evaluatie van de gegevens heeft aangetoond dat een genetische bias geen belemmering vormt voor een verandering in het dieet. Hoe meer risico-genen de proefpersonen hadden, des te hoger was het gewichtsverlies als gevolg van het veranderde dieet. Een dieet met veel fruit en groenten, noten en volle granen, maar weinig zout en suikerhoudende dranken had een positief effect.
Blijkbaar kan een gezonder dieet niet alleen de genetische aanleg voor obesitas compenseren, maar is het zelfs bijzonder gunstig voor de getroffenen. Tot dusverre is niet bekend wat biologische mechanismen achter dit fenomeen kunnen zijn. De wetenschappers wijzen erop dat zuivere observationele studies geen oorzakelijke relaties kunnen bewijzen. Het zou ook mogelijk zijn dat bepaalde leefstijlfactoren zoals sportactiviteiten verantwoordelijk waren voor succesvol gewichtsverlies. Het kan ook zijn dat mensen die al hun hele leven te zwaar zijn geweest, meer consistent zijn met een verandering in het dieet. Deze vragen moeten worden verduidelijkt in verder onderzoek, lees je in het British Medical Journal (BMJ). Heike Kreutz, www.bzfe.de