Sociale bijstand moet gedeeltelijk betalen voor de kosten van een thuisnoodoproepsysteem
Als mensen die langdurige zorg nodig hebben, afhankelijk zijn van een noodoproepsysteem voor thuis, kan het OCMW worden verplicht om verdere kosten op zich te nemen na het beëindigen van een noodoproep. Dit werd beslist door de sociale rechtbank van Aken in een uitspraak gepubliceerd op 27 september 2016, waarmee de noodzaak werd bevestigd van een gepensioneerde die zorg nodig heeft (Ref.: S 20 SO 28/16).
De gehandicapte man met een zorgniveau ben ik in grote mate afhankelijk van een huisnoodoproepsysteem van Caritas. Hij kon thuis blijven wonen. In geval van nood kon hij een noodoproep naar de alarmcentrale van het huis sturen. Deze stuurt dan hulp, maar heeft verschillende contactadressen nodig, waarin een sleutel van de voordeur is opgeslagen.
Veel ouderen ervaren een staat van grote verwarring na een operatie. (Afbeelding: pressmaster / fotolia.com)De gepensioneerde heeft de maandelijkse vergoeding voor het systeem en de oprichting ervan ontvangen van het zorgfonds van het AOK Rheinland / Hamburg. Omdat de gepensioneerde bijna niemand kende, wilde hij zijn sleutel bij de huisnoodoproepprovider zelf deponeren. Dit kan dan in het appartement zelf komen. De extra kosten van de patiënt wilden worden vergoed door het OCMW.
De autoriteit voelde zich echter niet verplicht om dat te doen. De gepensioneerde moet zich wenden tot anderen, zoals de verpleging.
Op 9 augustus 2016 oordeelde het Social Court echter dat het Bureau voor sociale bijstand de extra kosten van het storten van de sleutel van de huisvesting bij Caritas moest betalen. Het verzorgingsfonds hoeft alleen maar te zorgen voor de maandelijkse werking van de apparaten voor noodoproep thuis, dwz de basiskosten.
Voor verdere kosten is het OCMW verplicht om "bijstand voor zorg" te verlenen. Dit zou het geval zijn als mensen die zorg nodig hebben, naar verwachting in "ten minste zes maanden" in meer of mindere mate hulp nodig hebben..
Het OCMW kan de pensioengerechtigde niet verwijzen naar het feit dat de bijkomende kosten al op oudere leeftijd worden gedekt door het basispensioen. Het is waar dat de aanvrager extra voordelen ontvangt vanwege zijn mobiliteitsproblemen en het door hem erkende "G" -merkteken. Deze moeten echter andere aspecten dekken dan de behoefte aan aanvullende zorg op de lange termijn.
Er is beroep aangetekend tegen de uitspraak in het Landessozialgericht Nordrhein-Westfalen. Daar is de procedure hangende onder verwijzing L 9 SO 502/16. fle / mwo