Studies Lichaamsvet heeft significante effecten op de gezondheid van het hart
Onderzoekers konden hartfalen voorkomen door het metabolisme van vetweefsel te beheersen
Via een gerichte interventie in het lipidemetabolisme konden onderzoekers van het Institute of Pharmacology van Charité Universitätsmedizin Berlin met succes het risico op het ontwikkelen van hartinsufficiëntie verminderen. De wetenschappers ontdekten dat lichaamsvet ook de hartfunctie beïnvloedt op moleculair niveau. De afgifte van vetzuren uit lichaamsvet kan een aanzienlijke invloed hebben op de gezondheid van het hart.
De wetenschappers van het Berlijnse instituut hebben mogelijk een nieuwe therapie voor hartfalen ontwikkeld door het metabolisme van vetweefsel te beheersen. Onderzoekers hebben lang vermoed dat lichaamsvet ook de hartfunctie op moleculair niveau beïnvloedt. Het centrale proces in dit onderwerp is de afgifte van vetzuren uit vetweefsel. De onderzoekers waren in staat om een specifiek enzym uit te zetten in dierproeven, waarna de behandelde dieren bijna volledig werden beschermd tegen het begin van hartfalen. De resultaten van de studie zijn onlangs gepubliceerd in het tijdschrift "PLOS Genetics".
Onderzoekers waren in staat om veranderingen in het metabolisme van vetweefsel te koppelen aan het risico op hartfalen. (Afbeelding: psdesign1 / fotolia.com)Hartfalen is een ernstige ziekte
Hartinsufficiëntie is een chronische ziekte die niet moet worden onderschat, aangezien meer dan één op de drie patiënten met hartfalen binnen vijf jaar na het overlijden sterft. Het onderzoeksteam onder leiding van professor Ulrich Kintscher aan de Charité was in staat om veranderingen in het metabolisme van vetweefsel te koppelen aan het risico op hartfalen. "We konden aantonen dat lichaamsvet de lipidesamenstelling van het hart verandert en waarschijnlijk de hartfunctie beïnvloedt door deze veranderingen", legt Kintscher in een persbericht van de Charité over de studieresultaten uit.
Een enzym is cruciaal voor het proces
De onderzoekers intervenieerden in dierproeven met muizen in hun vetmetabolisme en schakelden een gen uit dat verantwoordelijk is voor het enzym adipocyt-triglyceridenlipase (ATGL) in vetweefsel. De muizen werden vervolgens bijna volledig beschermd tegen het begin van hartfalen. In verdere tests werden bloedmonsters van patiënten zonder en met hartfalen onderzocht. De wetenschappers konden vaststellen dat de lipidenveranderingen in het bloed in sommige aspecten overeenkwamen met de veranderingen die in de harten van de dieren konden worden waargenomen.
Het vetweefsel moet meer in het oog worden gehouden
In aankomende klinische onderzoeken willen de onderzoekers hun bevindingen verdiepen en de vraag bepalen of het gen dat verantwoordelijk is voor de afgifte van vetzuren en het enzym ATGL specifiek kan worden gebruikt voor medicamenteuze behandeling. "Voor de patiënten betekent dit dat men nu het vetweefsel in de gaten moet houden tijdens diagnose- en therapiebeslissingen, zelfs als men daadwerkelijk hartziektes wil behandelen", concludeert Kintscher. Nu zullen de resultaten worden beoordeeld in samenwerking met cardiologen van de Charité in verdere patiëntanalyses. Aldus zou het belang van vetweefsel voor hartfalen in de klinische routine een aanzienlijk hogere status kunnen krijgen. (Vb)