Ondanks oogafwijkingen, geen ooglasers
Ondanks het slechte zicht willen de meeste lenzenvloeistofdragers in Duitsland geen laserbehandeling ondergaan.
Slechts een op de tien patiënten met zichthulpmiddelen zoals een bril of contactlenzen overweegt een laserbehandeling. Dit was het resultaat van een representatieve survey-studie uitgevoerd door het GfK Market Research Institute in Neurenberg. Bijgevolg zou slechts een minderheid een dergelijke medische interventie ondergaan.
De belangrijkste reden voor de hoge afwijzingsratio is de angst dat een onomkeerbare laserbehandeling tot blijvende schade kan leiden. 47,1 procent van de respondenten weigert daarom lasertherapie. Slechts 4,2 procent van de getroffenen heeft eerder een laserinterventie ondergaan en is inderdaad zeer tevreden. Omgerekend behoeft slechts één op de 24 patiënten met een laag gezichtsvermogen een laserbehandeling.
Ooglasertherapie kan niet voor alle oogaandoeningen worden uitgevoerd. Alleen als de diopter varieert tussen -10 en +50, kunnen patiënten een OP uitvoeren. Bovendien moeten de dioptriewaarden binnen een jaar zo constant mogelijk zijn. Alle andere patiënten blijven vertrouwen op visuele hulpmiddelen. Hoornvliesontsteking, een zeer dun hoornvlies of een ontstoken oog netvlies zijn andere exclusiecriteria voor laserchirurgie.
In de enquête werden in totaal 1031 mannen en vrouwen die afhankelijk zijn van een bril of contactlenzen geïnterviewd. De studie werd uitgevoerd in opdracht van de „Apotheken Umschau“ in plaats daarvan. (sb, 02.02.2011)