Ongezond transvet in veel voedingsmiddelen
Hoewel voedsel steeds minder vervuild raakt met transvetzuren, zijn er op sommige EU-markten nog steeds te hoge waarden. Dit is de conclusie van een rapport van de Europese Commissie met een samenvatting van de huidige informatie over transvetzuren in voeding en in algemene voeding. Het is gebaseerd op wetenschappelijke beoordelingen en gegevens van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, maar ook op besprekingen met nationale autoriteiten en belanghebbenden. Zolang er producten met een hoog transvetzuurgehalte beschikbaar zijn, is het mogelijk dat personen boven het maximale niveau uitkomen. Een wettelijke drempel voor transvetzuren in industriële producten zou de meest effectieve maatregel zijn om consumenten te beschermen, aldus de Europese Commissie. De implementatie zou echter nader onderzoek vereisen.
De meeste Europese voedingsmiddelen bevatten minder dan 2 gram transvetzuren per 100 gram vet. Dat is de limiet die door sommige EU-landen is vastgesteld. Evenzo ligt de inname van transvetzuren meestal onder de aanbevolen maximale niveaus van de Wereldgezondheidsorganisatie van 1 procent van de dagelijkse energie-inname. Gegevens uit negen EU-landen waren beschikbaar. Ook in Duitsland wordt de huidige inname van transvetzuren volgens een verklaring van het Federaal Instituut voor Risicobeoordeling als onschadelijk voor de gezondheid beschouwd. In 2013 was de waarde 0,66 energieprocent. Sommige bevolkingsgroepen overschrijden echter de grenswaarden, benadrukt de EU-Commissie. Zijn er limieten voor transvet in voedsel? Afbeelding: foto 5000 - fotolia
De Association of the Oilseeds Processing Industry in Duitsland (OVID) benadrukt dat de industrie al jaren het gehalte aan transvetzuren in voedingsmiddelen verlaagt. Bovendien zou twee derde van alle transvetten dierlijke producten zijn die zouden worden vrijgesteld van wetgeving. De OVID pleit voor de afschaffing van de etikettering van uitharding, omdat het niet het gehalte aan transvetzuren in levensmiddelen zou onthullen en de consument alleen maar in verwarring zou brengen..
Transvetzuren zijn onverzadigde vetzuren die worden geproduceerd tijdens de industriële gedeeltelijke verharding van plantaardige oliën en daarom voorkomen in margarine, frituren van vet, gebak en snoep. Maar ze worden ook gevormd in het spijsverteringskanaal van herkauwers en zijn een natuurlijk onderdeel van zuivelproducten en rundvlees, schapen- of geitenvlees. De consumptie van transvetzuren gaat gepaard met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en sinds kort ook een verminderd geheugen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid benadrukt dat de inname van transvetzuren zo laag mogelijk moet zijn in het kader van adequate voeding.
De wetten in de EU reguleren niet het aandeel van transvetzuren in voedsel. Sommige landen zoals Denemarken (sinds 2003), Zwitserland (2008), Oostenrijk (2009), IJsland (2011), Hongarije (2013) en Noorwegen (2014) hebben hun eigen wetgeving. (Heike Kreutz, hulp)